Het aantal huishoudens met zonnepanelen is het afgelopen jaar flink gegroeid, en zal de komende jaren ook blijven groeien. Ongeveer 1,5 miljoen huishoudens hebben op dit moment zonnepanelen op hun dak liggen, dit was vorig jaar nog 1 miljoen. Dit komt neer op een stijging van 50%, dat is een enorm aantal vergeleken met de stijging voor afgelopen jaar. Naast koopwoningen krijgen ook huurwoningen steeds vaker zonnepanelen, dit meldt het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord op basis van gegevens van onderzoeksbureau DNER (Dutch New Energy Research).
Onderzoek op basis van acht miljoen huishoudens
De cijfers uit het onderzoek wordt gemeten op een totaal van acht miljoen huishoudens. Het tempo waarop huizen zonnepanelen krijgen is de afgelopen jaren versneld, de laatste drie jaar kregen gemiddeld 240.000 huizen per jaar zonnepanelen. In dat tempo zouden in 2030 alle geschikte huizen in Nederland zonnepanelen kunnen hebben. De meeste huizen in Nederland zijn geschikt, maar dus niet alle huizen. Dit komt door mogelijke bebouwing op de daken waardoor er minder of geen ruimte is voor zonnepanelen.
50 procent meer energie opgewekt
Er is heel veel mogelijk op de daken van de huidige woningen in Nederland. Gemiddeld gezien kan er per woning 50 procent meer energie worden opgewekt dan wat er nu gebeurt. Nu hebben huishoudens lang niet altijd al die energie nodig, dus het moet wel lonen om zoveel energie op te wekken. Hier zal een goede regeling voor moeten worden bedacht.
Merendeel zonnepanelen zit op koopwoningen
Van de 1,5 miljoen huishoudens in Nederland met zonnepanelen heeft het grootste deel een koopwoning. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat er bij nog veel meer huizen in Nederland zonnepanelen kunnen worden aangelegd. Vooral de 1 miljoen huizen van woningcorporaties blijken zeer geschikt voor zonnepanelen.
Veel zonnepanelen liggen op bedrijfspanden
Veruit de meeste zonnepanelen liggen op bedrijfspanden, maar ook in zonneparken. Omdat in de laatste jaren de hernieuwbare energie is toegenomen waarschuwen netbeheerders dat het energienet kan vollopen. Er zijn grote investeringen nodig om de grote vraag aan te kunnen.